Aanleiding
Mijn naam is Peter Slegers. Ruim tien jaren deed ik onderzoek naar de heren en vrouwen van de heerlijkheid Asten. Begin 2026 zal mijn proefschrift verschijnen met als titel:
GROND, GELD en GEZAG.
Heren en vrouwen van Asten
(1200-1800)
Een Van Kuycs allodium dat Brabants leen werd

Mijn oudst bekende voorvader Goort Geef Slegers woonde wellicht gedurende zijn hele leven in Asten. Ik heb dat niet met zekerheid kunnen vaststellen. Hij is blijkens het begraafregister op 24 juli 1668 in Asten begraven. Zijn vrouw heette Jenneke Goorts alias Jenneke Marcelis. De vader van Goort Slegers was kennelijk ene Geef. Van hem heb ik verder geen gegevens kunnen opsporen. Uit een marginale aantekening op een schepenakte van 30 december 1687 (handelend over Jan de zoon van Goort Geef) staat geschreven dat Goort Geef Slegers borgemeester is geweest: ‘wiens vader een eerlijck man is geweest en in sijn regeerend jaer als borgemeester is gestorven’. In mijn genealogische zoektocht naar de wortels van mijn familie ben ik mij sterk gaan interesseren voor de geschiedenis van Asten.
Steeds meer raakte ik geïnteresseerd in de oude tijd en gaandeweg besloot ik een studie te maken van de heerlijkheid Asten.

September 2014 gaf de directeur Law School Tilburg aan mij het groene licht als buitenpromovendus met mijn onderzoek te starten. Aanvankelijk was het idee onderzoek te doen naar de lokale bestuurlijke praktijk binnen de heerlijkheid Asten 1200-1800. Gaandeweg besloot ik mijn onderzoeksvragen te herformuleren. De vele vragen die opkwamen en discussiepunten die ontstonden tijdens de maandelijkse gesprekken met mijn promotor kristalliseerden uiteindelijk verder uit tot een voor de rechtshistorische wetenschap meer interessante vraagstelling. De ontdekking van een lacune in de literatuur betreffende de beschrijving van het Brabants leenrecht, deden mij besluiten het onderzoek te vergroten naar diepgang ten aanzien van dat Brabantse leenrecht en daarvoor gebruik te maken van de Astense casuïstiek.
Naast het heerlijkheidsarchief Asten, het Bossche protocol, was een belangrijk bron voor mijn onderzoek het typoscript van mr. Clemens Ernest Alexander van Hövell tot Westerflier en Wezeveld (1878-1956). In zijn niet-uitgegeven werk ‘Geschiedenis van de heeren, de heerlykheid en de dorpen van Asten en Ommel’ heeft deze voormalig kasteelheer van Asten onder meer allerlei transcripties van archivalia uit het heerlijkheidsarchief Asten vastgelegd. Na een decennium lang onderzoek heb ik eindelijk nu oktober 2025 mijn onderzoek afgerond. Begin 2026 zal de verdediging van mijn dissertatie plaatsvinden aan de Universiteit van Tilburg.
De uiteindelijk door mij voor het onderzoek geformuleerde vraagstelling bestaat uit de volgende vier hoofdvragen:
- Wat voor soort heerlijkheid was Asten?
- Wat zijn de belangrijkste algemeen leenrechtelijke Brabantse bronnen en welke leengerechten waren belangrijk voor Asten?
- Wie waren de heren en vrouwen beleend met Asten en waaruit bestond hun bezit van grond/gebouwen en rechtsmacht?
- Wat waren de overige rechten van de heren en vrouwen van Asten en hoe handhaafden zij deze rechten?
Asten maakte als een heerlijkheid eeuwenlang onderdeel uit van Peelland gelegen binnen het kwartier van de Meierij van ’s-Hertogenbosch. Ter nadere oriëntering van ligging en omgeving verwijs ik in mijn boek naar een reproductie van een deelkaart van Brabant Quarta pars cujus caput [est] Sylvaducis. Om praktische redenen besloot ik vanwege de leesbaarheid slechts een uitsnede van deze kaart in het boek op te nemen. Dat is uiteraard het gebied met daarin centraal gelegen de heerlijkheid Asten. Onder het kopje Bijlagen van deze website is een complete afbeelding van genoemde deelkaart opgenomen. Het is bekend dat oude kaarten niet altijd even nauwkeurig waren. Dat geldt op onderdelen ook voor deze vierde deelkaart van Brabant. Het Clooster Omellen (klooster te Ommel) is daarop abusievelijk ten noorden van de Astense Aa getekend en het kasteel van Asten lag in werkelijkheid meer westelijk vlakbij de Kleine Aa. Dit neemt niet weg dat de kaart volop historische informatie bevat, zoals de opsomming van de diverse bestuurlijke rechtsgebieden (steden, dorpen en heerlijkheden) van Peelland en de overige kwartieren van de Meierij van ‘s-Hertogenbosch.